Een spel wordt gespeeld in 3 tijdperken van 6 ronden. Aan het begin van elk tijdperk ontvangt elke speler 7 kaarten. Eén tijdperk bestaat uit 6 spelronden waarbij de deelnemers telkens een kaart in het spel brengen die hun toelaat één van de 3 volgende acties uit te voeren: een gebouw oprichten, een Mijlpaal creëren of 3 goudstukken ontvangen.

Bepaalde bouwwerken vereisen materialen die aangeleverd worden door het Wonderbord van de speler, door bepaalde kaarten in te zetten of door te onderhandelen met een naburige stad (de speler aan je linker- of rechterzijde). Op het einde van een tijdperk vergelijken de spelers het aantal schildsymbolen op hun militaire gebouwen met het totaal van elk van zijn 2 naburige steden. Als je over meer symbolen beschikt dan je buur, ontvang je een jeton ‘Overwinning’. Van zodra het laatste tijdperk gespeeld is, tellen de spelers al hun bestaansmiddelen (gebouwen, schatten, enz.). Diegene die de meeste punten gesprokkeld heeft, wint het spel.